1. stout (bn; -er, -st), 1 zelfbewust, kloek, vrijmoedig; 2 (in kunst en wetenschap) een hoge vlucht nemend; -hoog gesteld: het overtreft de stoutste verwachtingen, het is beter, mooier enz. dan men ooit had durven hopen; 3 vrijpostig, driest, brutaal: een ~ bestaan; 4 tot wagen geneigd, zgn. vermetel, overmoedig: een ~ bedrijf; een ~ stuk; 5 (van kinderen) ongezeglijk, ongehoorzaam; 6 fors, stevig, krachtig (1220-1240 ‘dapper, vermetel’).
  2. stout, en o., soort van versterkend donker Engels bier.

 uit van Dale, Groot woordenboek van de Nederlandse Taal (‘Dikke van Dale’),veertiende, herziene uitgave (2008), pagina 3429


STOUT is een onafhankelijk kantoor dat zich uitsluitend bezig houdt met bedrijfsonroerendgoed. STOUT opereert hoofdzakelijk aan de "vraag"-zijde van de markt: eindgebruikers, projectontwikkelaars, woningbouwverenigingen en beleggers. Naast “dealmaking”, bestaat een groot deel van het werk uit advies-, taxatie- en consultancy opdrachten.

In beperkte mate treft u ook aanbod op deze website aan, meestal gerelateerd aan lopende projecten.

Voor en met STOUT werken diverse personen met elk hun eigen specialisaties, zoals makelaardij, taxaties, onteigening, erfpacht, ruimtelijke ordening en bouwkunde.